Experiment voor legale teelt en verkoop van wiet

De coffeeshops in de tien deelnemende gemeenten zijn binnen het experiment verplicht om hun producten in te kopen bij vooraf aangewezen telers. Maximaal tien telers krijgen een vergunning om legaal cannabis te telen. Zij mogen hun producten vervolgens alleen leveren aan de coffeeshops in de tien deelnemende gemeenten. De teeltbedrijven ondergaan een uitvoerige selectie en screening. Daarnaast staan zij tijdens het gehele experiment onder intensief toezicht van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit. De rijksoverheid gaat dus niet zelf cannabis telen maar zorgt ervoor dat het traject van teler tot consument legaal en volgens afspraak verloopt.

Eén van de aangewezen telers heeft van de rijksoverheid toestemming gekregen om in Hellevoetsluis een teeltbedrijf op bedrijventerrein Kickersbloem 3 te starten. Een andere teler heeft deze toestemming gekregen voor een teeltbedrijf in het buitengebied van Hellevoetsluis. Beide telers moeten daarbij uiteraard aan strenge eisen voldoen, zoals op gebied van beveiliging.

Waarom dit experiment?

Het experiment is door de rijksoverheid opgestart om de vraag te beantwoorden ‘of het huidige gedoogbeleid voor cannabis anders kan worden ingericht’. Voor de deelname aan het experiment heeft de gemeenteraad van de voormalige gemeente Hellevoetsluis een aantal uitgangspunten benoemd.

Aanpak criminaliteit

Doordat coffeeshops binnen het experiment verplicht zijn om in te kopen bij legale telers, worden criminele telers de pas afgesneden. Als er een goed alternatief bestaat, wordt het verdienmodel van de criminele teelt grotendeels weggenomen. Daarnaast hoopt de gemeente hiermee mogelijk (brand)gevaarlijke situaties die gepaard gaan met illegale teelt te voorkomen.

Volksgezondheid

Door de wietteelt legaal te regelen komt er meer toezicht op de stoffen die de cannabis bevat. Het gebruik van cannabis brengt natuurlijk gezondheidsrisico’s met zich mee. De toezicht op de afwezigheid van pesticide en soms zelfs zware metalen, kunnen deze deels verminderen. Binnen het experiment wordt er ook gekeken naar het THC gehalte in de cannabis. Dit is de werkzame stof in het product.

De rijksoverheid vindt het ook belangrijk om mensen te wijzen op de gezondheidsrisico’s van het gebruik van cannabis. Hier zijn een aantal regels voor opgesteld. Zo staan er onder andere waarschuwingsboodschappen op de cannabisverpakkingen en worden medewerkers van de coffeeshops getraind om informatie te geven.

Wanneer van start

Sinds 17 juni 2024 mogen de twee coffeeshops in Voorne aan Zee, de Barbershop en John & Co, gereguleerde cannabis verkopen. Op die dag is overgangsfase van het Experiment Gesloten Coffeeshopketen gestart. In totaal zijn er door het Rijk tien experimentgemeenten en tien telers aangewezen. De telers hebben toestemming gekregen om de voorraad voor de coffeeshops in de experimentgemeenten te telen. In de gemeente Voorne aan Zee zijn twee teeltlocaties aangewezen, waarvan op het moment van de start van de overgangsfase, één bedrijf operationeel is. 

In december 2023 zijn de coffeeshops in de gemeenten Breda en Tilburg, vooruitlopend op de andere acht gemeenten, al gestart met de verkoop van gereguleerde cannabis. Op deze manier zijn de eerste ervaringen met de distributie van het product opgedaan. De overgangsfase is gestart op 17 juni 2024. Dit betekent dat sinds 17 juni ook de coffeeshops in de overige acht gemeenten gereguleerde cannabis mogen verkopen. Zij mogen tijdens deze overgangsfase zelf bepalen wanneer zij met deze verkoop starten. In deze periode mogen de coffeeshops ook nog hun oude aanbod (gedoogde producten) verkopen. De overgangsfase is de periode waarin coffeeshops hun bestaande voorraad mogen uitverkopen en mogen starten met de verkoop van gereguleerde cannabis. Het doel van de overgangsfase is dat coffeeshophouders geleidelijk over kunnen gaan op het nieuwe aanbod en dat consumenten kunnen wennen aan het nieuwe aanbod. De volgende fase, de experimenteerfase, start niet eerder dan zes weken na bekendmaking van de startdatum van de experimenteerfase, zodat telers, coffeeshophouders, gemeenten en toezichthouders voldoende tijd hebben om zich hierop voor te bereiden.